De naam, “De Dochter van de Korenaar” staat synoniem voor het woord “bier”. Deze dichterlijke benaming komt niet van onszelf. Al in de vroege 16de eeuw, had Keizer Karel V, oftewel Charles Quint, de ludieke uitspraak, dat hij meer hield van ‘het sap van de Dochter van de Korenaar,’ dan ‘van ‘het bloed van de druiventros.’ Hij hield dus meer van bier dan van wijn. Dit leverde hem niet alleen postuum, de eer, naamgever van onze brouwerij te zijn. Maar Keizer Karel V werd één van beschermheiligen van het Belgisch brouwersgilde en wordt tot op heden hier nog altijd om vereerd.

Het begon allemaal in Frankrijk, met de aankoop van een te renoveren, Bretons huis. Het hogere doel was het realiseren van een microbrouwerij, geheel betaald uit eigen middelen.  Een zevenjarig renovatieproject in Frankrijk ging hieraan vooraf, om dit pand uiteindelijk met winst te verkopen. Winst die gebruikt kon worden om zelf een eigen  brouwerij te bouwen. Als nalatenschap draagt ieder bier een Franse naam,  een ode aan ons project in Frankrijk, waar het allemaal begon en waardoor de droom gerealiseerd kon worden.

Mede door het winnen van enkele prestigieuze prijzen, heeft het bedrijf een enorme groei doorgemaakt. Inmiddels staat er een moderne en geautomatiseerde brouwerij. Waar ooit werd begonnen in een schuurtje, staat nu een bedrijf met een capaciteit van 10.000 HL per jaar. Een succesverhaal? Een beetje wel, maar ook één van hard werken.